Felle fluiters en schuwe snavels
Sommige vogels hebben knalrood en felgeel om de vijand af te schrikken, of om te zorgen dat hun soortgenoten ze van ver al kunnen herkennen.
Andere vogels, meestal de wat kleinere die prooi zijn voor andere dieren, of juist echte jagers, de roofvogels, hebben goede onopvallende schutkleuren, zoals bruin, zwart, grijs of grauwe groen of blauwe tinten. Onopgemerkt leven ze in hun bos.
Ook het verschil tussen vrouwtjes en mannetjes is soms opmerkelijk. Omdat de vrouwtjes op hun kwetsbare eieren moeten broeden hebben zij een goede schutkleur. Denk aan een vrouwtjes eend. De woerd de mannetjes eend heeft juist een mooie blauwe streep en andere glanzende opvallende kleuren om indruk te maken op de vrouwtjes.
Tekenen: Bedenk twee vogels, waar van de een heel erg opvalt in jouw bos. De ander moet zich juist heel goed kunnen verstoppen in de kleuren van je bomen. Bedenk waarom ze zich eigenlijk willen verstoppen of willen opvallen.